

Column: “Banken moeten beter hun maatschappelijke rol pakken”
Mensen die mijn columns vaker lezen weten dat de thuiszorg dealt met personeelstekort, vergrijzing, maar ook tarieven die lager zijn dan de kosten die wij maken. In een van mijn vorige columns gaf ik aan: veel thuiszorgorganisaties komen volgend jaar in de rode cijfers.
Dit zijn factoren waar zorgbedrijven niet direct invloed op hebben; over partnerschap zegt het dus niets. Actief Zorg is dan ook een stabiele en betrouwbare partner; voor gemeenten, zorgverzekeraars én voor banken. Die laatste zijn voor ons vooral belangrijk tijdens een paar piekmomenten per jaar: de (terechte) CAO-verhoging van oktober en uitbetalingen van vakantiegeld en de eindejaarsuitkering. Bij de bank kunnen we die in de vorm van een krediet opvangen. In de praktijk is het nooit nodig, maar het is een goede back-up.
Nu zien de banken dat zorgbedrijven in zwaar weer zitten. Bij intramurale zorginstellingen uit zich dat in het opeten van vastgoed. Maar extramurale zorginstellingen hebben geen vastgoed en dus geen back-up, dat is puur dienstverlening. Nu de prognoses en cijfers zichtbaar worden voor banken, is hun reactie: we stappen eruit. Ook Actief Zorg heeft hiermee te maken gehad.
In april hebben wij onze ondersteunende diensten failliet moeten laten verklaren, in overleg met de bank die de noodzaak zag en haar medewerking toezegde. Dit trof een klein deel van de staforganisatie. We hebben destijds aangeboden bij de Rabobank, waar wij al 40 jaar klant zijn, om de BV Ondersteunende Diensten uit het contract te halen. Dat vonden ze niet nodig.
Twee weken later kregen we een telefoontje dat het volledige contract werd ontbonden. Dat vond ik wonderlijk; een bank die zich zo maatschappelijk verantwoord profileert, laat een maatschappelijk zo belangrijke organisatie vallen. Dat terwijl Michel van Schaik, directeur Gezondheidszorg van de Rabobank, in het Financieel Dagblad onlangs nog aangaf: “We moeten niet de kredietkraan dichtdraaien omdat het risico te groot wordt.” Als je zo’n invloedrijke rol hebt in de economie, verwacht ik dat je een zorginstelling steunt in moeilijke tijden. Immers: toen het met de banken moeilijk ging tijdens de recessie van 2008, werd de hulp van de overheid ook aangenomen. Nu heeft ze zorg het moeilijk en trekken zij zich terug?
Als we hier een vraag over stellen is de reactie vaak: juridisch mag het. Maar waar blijft het morele aspect? Juist op kwetsbare momenten heb je hulp nodig, maar het is nu andersom: Als de zon schijnt krijg je een paraplu, als het regent pakken ze hem af.
Wij begrijpen overigens best dat het zorgen oplevert, zo’n faillissement of de landelijke prognoses voor zorgorganisaties. Daar gaat het niet om. Als de bank het risico te groot vindt en de vergoeding te laag, dan kunnen we daar altijd over praten. Maar die kans kregen we bij de Rabobank niet en dat vind ik jammer. De primaire verantwoordelijkheid van de bank is toch: intermediëren tussen partijen die geld nodig of juist over hebben?
Als terecht argument van de bank krijgen we terug: “De zorg is een taak van de overheid.” Maar dan moet de overheid wel leveren. Wij moeten vaak lang wachten op geld, soms krijgen we niet het geld waar we recht op hebben. Altijd maar dat argument ‘juridisch mag het’.
Wij laten klanten ook niet vallen als het even niks oplevert. Want wij willen ons niet laten leiden door angst, maar door wat goed is. Daarom verbaas ik me erover dat een instituut als de Rabobank, dat zich naar buiten toe zo maatschappelijk opstelt, zich zo afkeert van de zorg. In plaats van: kunnen we iets bijdragen aan de samenleving? Lijkt de hamvraag: worden wij er zelf beter van?
Even afgezien van deze bijzondere opstelling tegenover het feit dat de zich door heel Nederland lieten steunen in 2008, ben ik het met de banken eens dat de overheid hier een rol in heeft.
Dus beste verzekeraar, beste gemeente: betaal op tijd en betaal genoeg. Dan komt het allemaal wel goed. ?