

Column: Op het bankje bij de buurtsuper
Een vriend van mij runt een kleine supermarkt in een dorp. Zo eentje waar meerdere generaties van dezelfde familie hun boodschappen doen, waar de eigenaar elke klant kent en mensen ouder ziet worden. Tijdens een etentje vertelde hij dat ze het komende jaar misschien niet zouden overleven.
De nieuwe wet die supermarkten verbiedt om sigaretten te verkopen heeft te veel impact op de inkomsten. Uit gezondheidsoverwegingen zijn we het daar natuurlijk allemaal over eens, maar de rol die een buurtsuper speelt in het zelfstandig thuis wonen van ouderen zetten mij aan het denken: zouden gemeenten of overheid deze dorpssupermarkten niet moeten injecteren om ze overeind te houden?
De kleine supermarkt is een essentieel onderdeel van de buurtcommunity. Mijn goede vriend heeft mensen ouder zien worden, kinderen zien krijgen, maar ook mensen achteruit zien gaan. Omdat hij de achtergronden kent, heeft hij een belangrijke signaleringsfunctie. Daarnaast is de drempel voor mensen kleiner om naar een supermarkt te gaan waar je gezien wordt en geholpen, dan eentje waar niemand je kent. Die dubbele rol van de buurtsuper vind je niet bij een Albert Heijn XL.
In de toekomstvisie van diverse beleidsstukken komt een beeld naar voren van wijken die kleinschalig worden opgebouwd. Allemaal kleine dorpjes waarin alles dichtbij is. Ik zie dan een situatie voor me waarin je ouder kunt worden met gebreken zonder dat het meteen invloed heeft op je zelfstandigheid. Je weet namelijk: de mensen van de buurtsuper kennen jou, praten met je en helpen je als iets even niet lukt. Het is een veilige haven. Ben je te moe om meteen terug te lopen? Dan kun je uitrusten op een bankje. Boodschappen doen kan voor iemand zo veel meer zijn dan producten kopen.
Er wordt steeds tegen ons gezegd: werk zo veel mogelijk ‘voorliggend’. Dat betekent dat je mensen leert kennen, verbindingen aangaat, elkaar helpt. Maar voorliggend betekent ook dat je te voet naar de supermarkt kunt. Lukt dat niet meer, dan moet je aanspraak maken op je omgeving. Is die er ook niet, dan wordt het een boodschappenservice. Er zijn potjes met zorggeld die besteed worden aan de ondersteuning bij boodschappen. Dat zijn wij met zijn allen in werking aan het stellen, terwijl de makkelijkere en goedkopere oplossing misschien wel ligt in het injecteren van zo’n buurtsupermarkt. Eén klant in de zorg overschrijdt het bedrag al dat zo’n buurtsuper nodig heeft. Als je er dan nog een bankje naast de supermarkt plaatst waar mensen een kopje koffie kunnen drinken, bereik je met een relatief lage injectie een groot effect. Hoe mooi is het als een verminderd evenwicht, slecht ter been zijn of geen auto meer kunnen rijden geen invloed heeft op je zelfstandigheid?
Er is wel een andere kant. Want ik weet van mijn goede vriend dat er geen opvolging zal zijn. Het is niet meer aantrekkelijk om zo’n buurtsuper te runnen. Zijn kids zien hoe veel uren hij werkt om alles overeind te houden. Wat het kost voor zijn gezin aan tijd en weinig vakantie. Als je dan ook nog eens slechts kunt voortbestaan met een subsidie, dan begrijp ik ook wel dat zij denken: mij niet bellen.
Toch ben ik benieuwd en zou ik wethouders willen vragen: welke bestaande constructies zou je overeind kunnen houden, zodat zorggeld beter geïnvesteerd kan worden? Wat kun je op dit moment doen? De buurtsuper zou een antwoord kunnen zijn, wat mij betreft. Niet alleen voor mijn goede vriend, maar voor alle ouder wordende mensen in het dorp die in 2023 dolgraag zelf hun boodschappen blijven doen.